Maai-Mei-Niet is eigenlijk: Maai-Mei-Minder
In Capelle doen we dit jaar mee aan de landelijke actie Maai-Mei-Niet. Naar aanleiding van de communicatie hierover, is hier en daar wat onrust ontstaan. Daarom proberen we in dit artikel meer uitleg te geven over de achtergrond hier over. En waarom we bepaalde keuzes maken. Helemaal niet maaien is namelijk niet handig en daarnaast niet persé de beste oplossing voor de biodiversiteit. In plaats daarvan maaien we in de maand mei in Capelle minder: Maai-Mei-Niet is dus eigenlijk Maai-Mei-Minder. Je leest in dit artikel hoe we dit aanpakken en waarom blijven maaien vaak beter is voor de biodiversiteit.
Schrikrand
Langs alle paden in en naast Maai-Mei-Niet gazons gaan we een zogeheten “schrikrand” maaien. Dit is een rand van ongeveer 1,5 meter breed waar we het gras laag houden. Honden kunnen hier hun behoefte doen (enkel binnen de hondenuitlaatzones) en wandelaars hebben geen last meer van kriebelende benen of planten die over het pad hangen. De schrikrand vangt daarnaast veel zon waardoor insecten hier lekker kunnen opwarmen. Ook kunnen vogels hier op zoek naar wormen en andere beestjes in de grond. De schrikrand is dus niet alleen praktisch voor ons, maar ook voor de dieren.
Gefaseerd maaien
Het gazon naast de schrikrand wordt gefaseerd gemaaid. Dit betekent dat bij elke maaibeurt maar een deel van de planten gemaaid worden. In Capelle wordt bij de eerste maaibeurt zo’n 50% van het gazon gemaaid. Bij de tweede maaibeurt wordt vervolgens de andere helft gemaaid. Bij de derde maaibeurt wordt de eerste 50% weer gemaaid, en zo voorts. Op de gemaaide stukken komen nieuwe bloemetjes op welke anders verdrukt zouden worden. In de niet-gemaaide stukken kunnen de bloemen juist langer doorbloeien en vinden dieren voedsel en schuilplekken. Door gefaseerd te maaien creëren we dus meer variatie in het landschap, wat goed is voor de biodiversiteit.
Variatie voor meer biodiversiteit
Bij het maaien zal soms een stukje met veel bloemen of bijzondere plantjes overgeslagen worden. Zo ontstaan er her en der eilandjes binnen de gemaaide stukken. Andersom zullen ongewenste soorten zoals reuzenberenklauw, grote hoeveelheden brandnetels of riet bij elke maaibeurt worden meegenomen. Zo putten we deze planten uit en voorkomen we dat ze gaan woekeren tijdens Maai-Mei-Niet.
Wat gebeurt er na mei?
De maaiproef op Maai-Mei-Niet locaties zal nog tot oktober (einde maaiseizoen) doorgaan. Zo kunnen we goed uittesten wat voor effect minder maaien heeft op de biodiversiteit en hoe we dit het beste kunnen aanpakken. Om het effect op de biodiversiteit te meten zullen er binnenkort inventarisaties van planten en bijen worden uitgevoerd. Ook zal de zogeheten ‘nectarscore’ worden uitgerekend: deze score geeft aan hoeveel nectar bijen kunnen vinden in een gazon. De resultaten van deze onderzoeken zullen worden gedeeld op deze website.
Daarnaast zijn we benieuwd wat bewoners vinden van de Maai-Mei-Niet actie: dragen de bloemrijke gazons bij aan een fijnere buitenruimte of was het lange gras vooral een obstakel? Na mei wordt hier onderzoek naar gedaan. Blijkt de proef een succes te zijn geweest dan wordt er gekeken of we de maaimethode nog kunnen verbeteren en ook op andere plekken kunnen toepassen. Zo werken we naar een natuurvriendelijk onderhoud van het groen in Capelle.